Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat zij verre. Doch God [7]zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij [8]gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en [9]overwint, wanneer Gij [10]oordeelt. 7. Namelijk in het onderhouden van Zijn verbond en volbrengen van Zijne beloften, al is het dat de mensen die onwaardig zijn. 8. Dat is, rechtvaardig en trouw erkend. 9. Dat is, in uw oordelen zuiver en zonder blaam bevonden wordt. David breekt uit in deze bekentenis, uit aanmerking van zijne zonde tegen God begaan, en van de belofte der vergeving hem van Nathan verkondigd. 10. Of, geoordeeld wordt; want het Griekse woord kan beide deze overzettingen verdragen; maar de Hebreeuwse tekst vereist het eerste, hetwelk ook best overeenkomt met Paulus' voornemen, hetwelk is te bewijzen dat God altijd zuiver en rechtvaardig blijft, of overwint, wanneer Hij oordeelt, dat is, de zonder der mensen in de kinderen der ongehoorzaamheid naar verdiensten straft, of wanneer Hij, naar Zijn beloften, Zich ontfermt over de zonden van Zijne kinderen, hetwelk ook door Gods oordeel, doch in Zijn barhartigheid, geschiedt; Matth.12:18,20. En wordt de waarheid Gods, In het houden van Zijne beloften, ook in de Schrift gerechtigheid Gods genaamd; Ps.143:11, en 1 Joh.1:9.